Cultuurproject ben ik, Frederieke Jeletich-Visser: onafhankelijk kunsthistoricus en cultureel ondernemer met een oprecht geloof in de waarde van kunst en cultuur. Vanuit die visie ondersteun ik overheden, culturele instellingen en kunstenaars bij het het formuleren, ontwikkelen en realiseren van hun ambities. Op deze site staat een selectie van projecten die een indruk geeft van mijn expertise. Wilt u weten wat ik voor uw cultuurproject kan betekenen? Neem dan vooral contact op.
Kunst en cultuur hebben het vermogen te verbinden en te verrijken, maar ook te confronteren. Door te laten zien dat er meerdere perspectieven zijn, helpen ze te reflecteren op de dagelijkse realiteit. En stimuleren ze om kritisch te kijken en creatief te denken. Daarom faciliteer ik overheden, culturele instellingen en kunstenaars bij het realiseren van hun ambities en bied ik ze graag de mogelijkheid om te groeien.
Maar dat doe ik niet vanaf de zijlijn. Het liefst ben ik betrokken van vraag of idee tot eindresultaat. Ik werk sterk vanuit de inhoud en verbind beleid en mensen om samen stevige en waardevolle projecten te realiseren.
Mijn specialiteiten zijn advies, beleid en management op het gebied van herinrichtingen, collecties, tentoonstellingen en andere culturele activiteiten.
Ik zie mijzelf als iemand die aandacht voor de uitvoering, de uitvoerenden en voor een positieve sfeer belangrijker vindt dan het zelf op de voorgrond treden.
Kortom: als iemand die de kunst verstaat van het mogelijk maken.
Vanaf de eerste plannen tot eind 2020 ben ik nauw betrokken geweest bij Museum Sjoel Elburg.
In de periode 2006 – 2008 is een haalbaarheidsstudie verricht, een inhoudelijk concept ontwikkeld en een bidboek samengesteld. Vervolgens zijn fondsen geworven, tentoonstellingsteksten en storyboards geschreven en is de volledige museale organisatie opgetuigd.
In 2010 kon aan het museum een studie- en documentatiecentrum worden toegevoegd en won Museum Sjoel Elburg de Montblanc Museum Award voor het beste Kleine Museum van Nederland.
In 2012 werd het museum uitgebreid met een naastgelegen pand. Daar kwamen een zaal voor tijdelijke tentoonstellingen en een educatieve ruimte voor schoolbezoek. Deze uitbreiding werd feestelijk geopend door H.K.H. Prinses Máxima.
Bij haar 10-jarig bestaan in 2018 heeft Museum Sjoel Elburg een vierde en laatste uitbreiding gerealiseerd. Daarbij werd de filmzaal verplaatst en een gastvrije entree gecreëerd. De vaste opstelling werd vernieuwd.
Museum Sjoel Elburg is gevestigd in vier aaneengeschakelde panden in de pittoreske vestingstad Elburg
De Stichting Museum Sjoel Elburg ontvangt geen structurele exploitatiesubsidie en wordt volledig gerund door ca. 90 betrokken vrijwilligers. Zij zijn georganiseerd in verschillende werkgroepen die elk een vertegenwoordiging hebben in het bestuur.
Cultuurproject heeft het bestuur 15 jaar geadviseerd op het gebied van bestuurlijke en museale aangelegenheden en was als projectleider en tentoonstellingsmaker nauw betrokken bij de inhoud en vormgeving van de vaste opstelling en ruim 20 tijdelijke tentoonstellingen.
Jip Wijngaarden vertelt over haar werk tijdens de opening van de zaal voor tijdelijke tentoonstellingen door HKH Prinses Máxima
Museum Sjoel Elburg komt voort uit de wens de verdwenen joodse gemeenschap van Elburg present te stellen in de voormalige synagoge. Maar hoe doe je dat als van een bevolkingsgroep die een eeuw geleden nog bijna 5% van de Elburgse bevolking vormde nauwelijks voorwerpen bewaard zijn overgebleven? Bij het ontwikkelen van het museale concept van het museum is er voor gekozen daarbij het immaterieel erfgoed van de joodse gemeenschap als uitgangspunt te nemen. Museum Sjoel Elburg is hierdoor een bijzonder verhalenmuseum geworden. Het laat zien hoe de joodse- en niet joodse Elburgers met elkaar samenleefden, als exemplarisch voorbeeld van hoe het er in veel plaatsen in de mediene aan toe ging.
Minder tastbare bronnen zoals verhalen, tradities en feesten vormen de kern van de vaste opstelling
In het bidbook ‘Zien leidt tot gedenken, gedenken tot doen’ worden de plannen om de voormalige synagoge als permanente expositieruimte in te richten nader toegelicht: Samenvattend wil de Stichting Museum Sjoel Elburg er de geschiedenis van de joden in Elburg én in de mediene vertellen aan de hand van verhalen over het (on)gewone dagelijks leven van mensen uit een kleine joodse gemeente binnen een kleine niet-joodse gemeenschap. De relatie tussen verleden, heden en toekomst staat daarbij centraal. In het bidbook spreekt de stichting de ambitie uit de joodse geschiedenis op een dynamische, onorthodoxe, boeiende en eigenzinnige wijze te presenteren. Ze wil daarmee een eigen museaal geluid laten horen.
Op de voorzijde van het bidbook 'Zien leidt tot gedenken, gedenken tot doen' staat de joodse begraafplaats van Elburg afgebeeld
Bron | Budget |
---|---|
Realisatie Museum Sjoel Elburg (2006) | € 565.000,- |
Inrichting studie- en documentatiecentrum (2010) | € 40.000,- |
Uitbreiding Graaf Hendriksteeg 4 (2012) | € 300.000,- |
Uitbreiding Zuiderwalstraat 11 (2018) | € 525.000,- |
en vele andere instellingen en particulieren
Om bezoekers een goede indruk te geven van de oorspronkelijke inrichting van de Elburgse synagoge is centraal in de ruimte een maquette (schaal 1:10) geplaatst. Op basis van de enig bekende foto van de Elburgse sjoel en opmetingen van het oorspronkelijke meubilair - dat na WOII naar de synagoge van Winterswijk is overgebracht - werden de diverse onderdelen zo precies mogelijk op schaal nagebouwd. In de negen monitoren om de maquette heen vertelt opperrabbijn B. Jacobs over het interieur, de gebruiken en rituelen in de synagoge.
Maquette geeft een exact beeld van het interieur van de voormalige synagoge
In Museum Sjoel Elburg worden verhalen verteld over de joodse burgers die hier ooit – vóór WO II – woonden. Maar ook in het stadje zelf zijn die verhalen als het ware af te lezen aan de gevels van een aantal panden. Daarom is in 2011 een stadswandeling samengesteld langs zestien markante punten met een joods verleden. Deze vormen samen de wandeling ‘Joods Elburg’ en zijn herkenbaar aan kleine, hardstenen Davidsterren op de gevels. In de gids zijn behalve een plattegrond van de route ook informatie over en foto's van joodse Elburgers opgenomen.
Gids Willem van Dijk vertelt tijdens een Open joodse wandeling
De manier van werken van Frederieke is bijzonder consciëntieus: wat wordt toegezegd, gebeurt ook. Daarbij is Frederieke creatief en enthousiasmerend, zowel in het bedenken van oplossingen voor bestaande problemen, als in het initiëren van nieuwe activiteiten. Ze is bijzonder oplossingsgericht. Ze geeft niet alleen professioneel leiding aan projectteams en werkgroepen, maar bewaakt tevens bijbehorende budgetten en planningen. Frederieke is in staat om met de beperkte financiële middelen van Museum Sjoel Elburg kwalitatief goede wisseltentoonstellingen te maken, die alom zeer positief worden gewaardeerd. Daarbij maakt Museum Sjoel Elburg veelvuldig gebruik van haar grote netwerk in museaal Nederland. Kortom, er is in de afgelopen vijftien jaar altijd met veel plezier en tot volle tevredenheid samengewerkt!
Tom Bergstra, secretaris Stichting Museum Sjoel Elburg (tot 2018), lid tentoonstellingscommissie
Tijdens de voorbereiding van twee tentoonstellingen over het vernietigingskamp Sobibor kwam ik in contact met Holocaust overlevende Jules Schelvis en orkestleider Jan Vermaning. Vrij snel daarna vroegen zij mij de fondsenwerving en de organisatie op me te nemen van een tournee van hun herdenkingsconcert 'Er reed een trein naar Sobibor' langs Amsterdam, Berlijn en Lublin (bij Sobibor). Een symbolische herhaling van Jules’ reis in 1943 om een internationaal appèl te doen om de Holocaust nooit te vergeten. Een eer en een uitdaging, zeker gezien de korte periode waarin alles zou moeten worden gerealiseerd.
Op 30 juni 2014 vond het premièreconcert van de tournee plaats in de Westerkerk in aanwezigheid van Z.M. Koning Willem Alexander. Na afloop daarvan vond een besloten Meet & Greet plaats in het Anne Frank Huis. Op 2 juli traden Jules Schelvis en NASKA op in de Martin Luther Kirche te Berlijn. En op 4 juli vond – na een gezamenlijk bezoek aan kamp Sobibor - het afsluitende concert plaats in de Evangelisch-Lutherse Kerk te Lublin.
Na de concerttournee was er in oktober 2014 nog een uitverkocht concert in De Nieuwe Kolk in Assen. Op 2 maart 2015 werd een laatste uitvoering verzorgd in het Vredespaleis in Den Haag. Dit gedenkwaardige concert werd op 3 mei 2015, 4 april 2016 en 14 oktober 2020 uitgezonden op de televisie via NPO2. Deze uitzending is door meer dan 1.000.000 mensen in binnen- en buitenland bekeken.
Premièreconcert Westerkerk Amsterdam, 30 juni 2014, v.l.n.r. orkestleider Jan Vermaning, Frederieke Jeletich-Visser, Jules Schelvis en Z.M. Koning Willem-Alexander
Er reed een trein naar Sobibor is een bijzonder herdenkingsconcert van Jules Schelvis en Jan Vermaning. Script, verhaal, muziek en beeld werden in nauw overleg door hen samengesteld. Tijdens het concert vertelt Jules Schelvis in fragmenten over de 72 uur lange reis naar het vernietigingskamp Sobibor. Hij schetst daarbij een reëel beeld: hoe zag de wagon er van binnen uit, wie waren zijn lotgenoten, wat bespraken zij met elkaar en wat waren zijn gedachten en emoties tijdens de verschrikkelijke reis? De fragmenten worden afgewisseld met muziek, uitgevoerd door het Nationaal Symfonisch Kamerorkest, dirigent Jan Vermaning, met medewerking van Marjolein Niels (mezzosopraan). Het geheel wordt ondersteund door unieke historische beelden uit het archief van Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Jan Vermaning en Jules Schelvis zetten de puntjes op de 'i' van het script
Voor de concerten in Amsterdam, Berlijn, Lublin en Den Haag trad ik op als projectleider en coördineerde ik de samenwerking tussen de Dienst Koninklijk Huis, de ambassades van Duitsland, Nederland, Polen en Israël, de verschillende locaties, de leveranciers, de NOS en overige pers en het hechte projectteam.
Item | Budget |
---|---|
Concerttournee | € 110.000,- |
Concert Vredespaleis | € 31.600,- |
Lespakket | € 26.000,- |
En vele anderen waaronder:
Om de tournee mogelijk te maken organiseerden we op 27 januari 2014 – Holocaust Memorial Day – de aftrap van een crowdfundingsactie: iedereen die een kaart kocht voor het premièreconcert in de Westerkerk leverde meteen een bijdrage aan financiering van de tournee. Daarnaast startte ik een succesvolle fondsenwervingscampagne. Binnen drie maanden was het volledig begrote bedrag voor de tournee bij elkaar en kon tot doorgang worden besloten.
Ook voor het slotconcert in het Vredespaleis en voor het lespakket Er reed een trein naar Sobibor verzorgde ik de fondsenwerving.
In oktober 2016 konden we het project een waardig sluitstuk geven met de uitgave van een lespakket, waarmee we gehoor gaven aan de wens van Jules Schelvis om zijn verhaal door te geven aan de volgende generaties. Het lespakket bestaat uit een USB-stick met daarop een film met een ingekorte en op het onderwijs afgestemde versie van het concert (40 minuten), drie muziekfragmenten en vier begeleidende lessen.
In les 1 lezen de leerlingen het verhaal van Jules Schelvis en leren zij over de Tweede Wereldoorlog. In de overige drie lessen worden zij – in de geest van Jules’ liefde voor de kunsten - uitgedaagd hun indrukken op creatieve wijze te verwerken. Zo gaat les twee over het verwoorden van emoties bij muziek. Leerlingen maken op basis daarvan een gedicht over vrijheid. In les drie maken zij een passend beeld bij tekst. Omdat Jules Schelvis drukker was van beroep, wordt hierbij gebruik gemaakt van zeefdruk- en/of spattechniek. In de laatste les leren leerlingen de betekenis van een monument te begrijpen. Zij kunnen eventueel een (oorlogs)monument in de omgeving van school bezoeken. Daarmee komt de geschiedenis heel dichtbij hun eigen belevingswereld.
Klik hier om het lespakket te bestellen.
Auteur
Jules Schelvis
Initiatiefnemer, orkest- en projectleider
Jan Vermaning
Concertmeester NASKA
Anita Jongerman
Reisleiding
Anne-Marie Jansen
Beeld
JDVProducties
Licht en geluid
Diamond Sound Systems
Geluid
Skarster Music Investment, Aliud Records
Communicatie, vormgeving, advies
Mirjam Huffener
Website en fotografie
Ronald Huffener
Begeleiding en advies
Doede Sijtsma
Begeleiding en advies
Rozette Kats
Begeleiding en advies
Jetje Manheim
Vertalingen Duits
Monique Mödl-Hooreman
Vertalingen Pools
Magda Tychmanowicz
Eventmanagement
Yvonne Kuitenbrouwer
Hecht projectteam maakt concerten in Amsterdam, Berlijn, Lublin en Den Haag mogelijk
Vanuit diverse disciplines heb ik met heel veel plezier en professionaliteit met Frederieke samengewerkt. Deze samenwerking is zo enorm goed bevallen, dat ik haar eigenlijk meteen bel of mail bij nieuw te ontwikkelen plannen. Zo heb ik haar en haar bedrijf leren kennen tijdens een project van de Stichting Nationale Herdenking Joure, waarbij we maar liefst een drietal jaren zeer intensief hebben samengewerkt aan het concert 'Er reed een trein naar Sobibor’. Dit project rondom Holocaust overlevende Jules Schelvis heeft ze perfect begeleid, mede ontwikkeld en vormgegeven. Eigenlijk kon ik alles met het volste vertrouwen aan haar overlaten! Aangezien ik zelf een control-freak ben is dit het grootste compliment dat ik haar kan geven. Naast goede ideeën, creativiteit, zelfredzaamheid, financieel inzicht, over-vieuw, coördinatie en tiptop begeleiding, zijn er nog tal van goede en professionele eigenschappen op te noemen. Ook het feit dat Frederieke beschikt over veel contacten in andere branches is een pre! Voor mij is Cultuurproject het complete plaatje dat een artistieke ondernemer als ik graag omarm.
Jan Vermaning, musicus - ondernemer – bestuurder
De Eusebiuskerk in Arnhem is eeuwenlang een belangrijke ontmoetingsplek in de stad geweest. Arnhem werd letterlijk om de kerk heen gebouwd. Ook belangrijke sociale en religieuze revoluties voltrokken zich in de kerk, zoals de Beeldenstorm. Tijdens de Slag om Arnhem raakte de kerk ernstig beschadigd. De toren bleef staan, maar stortte na de bevrijding alsnog in. De restauratie van de kerk en de toren stonden symbool voor de wederopbouw van Arnhem na de Tweede Wereldoorlog.
Sinds 2009 wordt de Eusebiuskerk opnieuw gerestaureerd en wordt hard gewerkt om de kerk weer op de kaart te zetten als gastvrije ontmoetingsplaats van de stad. Onder andere door het realiseren van een historische presentatie waarin maatschappelijke thema's een plaats krijgen en heden en verleden met elkaar worden verbonden.
Bij de herdenking van 75 jaar Slag om Arnhem werd het eerste deel van de historische presentatie geopend: de Eusebius Experience.
In de Eusebius Experience staat het verhaal van de toren tijdens de Slag om Arnhem centraal
Het inhoudelijk concept voor de Eusebius Experience werd ontwikkeld door Duinzand museale projecten en gerealiseerd in samenwerking met Platvorm, IJsfontein en het team van De Eusebius.
De spannende publieksbeleving bestaat uit een route door de toren met een audiotour. Het verhaal begint bij de Slag om Arnhem en eindigt bovenin de toren met de wederopbouw.
Onderweg komen bezoekers een spectaculaire experience tegen, kunnen ze genieten van het adembenemende uitzicht op de glazen balkons en een game spelen over torenbouw.
Experience op de eerste verdieping
Als projectleider gaf ik leiding aan het projectteam, bewaakte ik de planningen en budgetten en bereidde ik de productie van de Eusebius Experience voor.
Daarnaast coördineerde ik de afstemming van de werkzaamheden voor de historische presentatie met het bouwteam dat gelijktijdig werkte aan de restauratie van de kerk en de toren.
Daarbij probeerde ik te zorgen voor een werksfeer waarin vrijwilligers en ervaren, maar drukbezette professionals als tentoonstellingsmakers, vormgevers, marketeers, collectiebeheerders, AV-specialisten en tentoonstellingsbouwers goed en doelmatig met elkaar konden samenwerken.
Vanuit de toren kunnen de gebeurtenissen rond de Slag om Arnhem overzichtelijk verteld worden
Parallel aan de realisatie van de Eusebius Experience vond een proces plaats van inventarisatie van de collectie van de Stichting Eusebius Arnhem. Cultuurproject adviseerde bij de keuze voor het collectieregistratiesysteem, het opstellen van een collectieplan en bij de plannen voor de opslag en het beheer en behoud van de collectie.
Cultuurproject begeleidde eveneens de restauratie van verschillende objecten en verzorgde de bruikleenaanvragen voor de Eusebius Experience.
Objecten, illustratie en 3D-decor vertellen samen het verhaal
Op de achtste verdieping staat de wederopbouw van de toren na de Tweede Wereldoorlog centraal.
Onderdeel van deze presentatie is de toren game: een speels en spannend spel waarin twee spelers vanaf acht jaar het geheim van een sterkte toren leren kennen en ervaren.
Hoe lang kunnen spelers de toren (samen) laten staan?
Toren game: ontdek het geheim van een sterkte toren
Concept, samenstelling, AV-scenario’s en audiotour
Duinzand museale projecten
Ruimtelijk en grafisch ontwerp
Platvorm
Ontwerp experience
IJsfontein i.s.m. Shosho
Ontwerp torenspel
IJsfontein
Lichtontwerp
Licht - Joost de Beij
Bouwkundige begeleiding
SW Bouwadvies
Tentoonstellingsbouw
Expotise
AV hardware en techniek
MAV Techniek
Grafische uitvoering
Koninklijke Rijnja
PPS. Imaging
Regie huisstijl
Het Lab
Fotografie website cultuurproject
Platvorm
Met dank aan
Klankbordgroep Verhalen uit de Eusebius
Bestuur, medewerkers en vrijwilligers Stichting Eusebius Arnhem
In 2017 ontving Vereniging Het Museum een schenking van ruim 150 tekeningen van Max van Dam. Deze uiterst getalenteerde joodse kunstenaar werd in 1910 geboren in Winterswijk. Een goede vriend van de familie, Jaap Hemelrijk, zette zich jarenlang in voor zijn ontwikkeling .
Max volgde opleidingen in Amsterdam en Antwerpen. In 1938 won hij de belangrijke Prix de Rome. Terwijl zijn carrière een vlucht nam, werd zijn bewegingsvrijheid als joodse kunstenaar steeds verder beperkt.
In 1941 werd hij opgepakt tijdens zijn vlucht naar Zwitserland. Via het Franse interneringskamp Drancy werd Max gedeporteerd naar Sobibor. Daar heeft hij zijn leven nog een paar maanden kunnen rekken door o.a. portretten van SS-ers te schilderen.
Rond 20 september 1943 - enkele weken voor de grote opstand van 14 oktober - werd hij in Sobibor vermoord.
Bij de herdenking van 75 jaar opstand werd een selectie van veertig werken getoond in Muzeum -Zespół Synagogalny we Włodawie, nabij het kampterrein.
Overzicht van de tentoonstelling op de vrouwengalerij in Muzeum -Zespół Synagogalny we Włodawie
Door de schenking van Jaap Hemelrijk jr. werd de collectie Max van Dam van Vereniging Het Museum in een keer bijna verdubbeld. Om hier aandacht aan te besteden werd besloten de werken in 2018 - het Jaar van Verzet - vooruitlopend op de tentoonstelling in Polen op vijf locaties in de Achterhoek te exposeren (Museumfabriek, Wereld van Wenters en Synagoge te Winterswijk en Nationaal Onderduikmuseum en Synagoge te Aalten).
Elke instelling koos een eigen thema waardoor de collectie in de volle breedte kon worden getoond.
Voor de tentoonstelling in Wlodawa werd een selectie gemaakt van veertig topstukken. Deze werden voor transport geconserveerd en van nieuwe passe-partouts en lijsten voorzien.
Voor dit gezamenlijke tentoonstellingsproject werd een filmportret gemaakt van schenker Jaap Hemelrijk jr.
Item | Budget |
---|---|
Jumelage Lubelskie - Gelderland | € 25.000,- |
Provincie Gelderland | € 10.000,- |
V-Fonds | € 10.000,- |
Gemeente Winterswijk | € 6.000,- |
Gemeente Aalten | € 1.000,- |
Met dank aan de familie Hemelrijk
Bij de tentoonstelling verscheen een brochure waarin het leven en werk van Max van Dam kort werd toegelicht voor een breed publiek.
De brochure werd geschreven door Saskia van den Berg-Ebbenhorst en Frederieke Jeletich-Visser, met dank aan Edna Heruthy-Waisvisz, Wim Scholtz, Christiaan Roosen en Jules Schelvis die samen veel gegevens over Max van Dam vastlegden in de publicatie Max van Dam joods kunstenaar 1910-1943 (Vereniging Het Museum Winterswijk, 1986).
De brochure verscheen in twee versies:
Nederlands-Duits voor de tentoonstellingen in de Achterhoek en Engels-Pools voor de tentoonstelling in Wlodawa.
Omslag van de brochure bij het tentoonstellingsproject
Directeur Muzeum -Zespół Synagogalny we Włodawie
Anita Lewczuk vel Leoniuk
Projectmedewerker
Saskia van den Berg-Ebbenhorst
Vormgeving
Cathy Leijs, Toon in vorm
Advies
Doede Sijtsma, Provincie Gelderland
Advies
Marc Wingens, Erfgoed Gelderland
Vertalingen Duits
Kathrin Funke-Bergstra, FunkeBergstra
Vertalingen Pools
Marcin Lipnicki, Amstel Biuro Tłumaczeń
Filmportret Jaap Hemelrijk
Lex Schellevis
Beheer en behoud
Tycho Kloeg, Van Waarde
Met dank aan
Bestuur, directie, medewerkers en vrijwilligers
Mr. F.W. Voorink Stichting, Winterswijk
Muzeum -Zespół Synagogalny we Włodawie
Nationaal Onderduikmuseum, Aalten
Stichting Synagoge Aalten, Aalten
Verenging Het Museum, Winterswijk
Saskia van den Berg-Ebbenhorst en Anita Lewczuk vel Leoniuk in gesprek voor het portret van Jaap Hemelrijk sr.
Van de 14-de tot de 18-de eeuw bestond Gelderland uit vier – later drie – kwartieren, elk met een eigen hoofdstad. Deze bestuurlijke indeling heeft veel invloed gehad op de Gelderse identiteit. Tot vandaag de dag voelen veel inwoners van Gelderland zich eerder verbonden met hun eigen regio dan met de provincie als geheel. Dat deze verdeling historische wortels heeft, weten veel mensen niet. Met het expositie-vierluik Vier kerken, één verhaal wilden we het verhaal van de vier kwartieren vertellen en onderzochten we de betekenis daarvan voor het heden.
Vier kerken, één verhaal vond plaats in de monumentale kerken van de vier voormalige kwartierhoofdsteden van Gelre: de Walburgiskerk in Zutphen, de Eusebiuskerk in Arnhem, de Stevenskerk in Nijmegen en de Munsterkerk in Roermond. In al deze kerken bevinden zich grafmonumenten die verwijzen naar de grafelijke of hertogelijke familie en/of de geschiedenis van Gelre .
Startpunt van de tentoonstelling in de Walburgiskerk
Vier kerken, één verhaal bestond uit drie onderdelen, die in elke kerk terugkwamen:
Het startpunt bestond uit een gebogen tentoonstellingswand met een ‘kijk-en leeskaart’: een mix van topografische kaart, iconische gebouwen, historische locaties, bijzondere voorwerpen, weetjes, jaartallen en meer.
Daar was ook een korte film te zien waarin de geschiedenis van het hertogdom werd verteld door de Ridders van Gelre. De film bevatte animaties uit de tekening van Karel Kindermans.
Aanvullend op de film werd een leporello gemaakt met ruim anderhalve meter Gelderse geschiedenis in de vorm van een tijdlijn en een route door de kerk.
Hierin werden stonden ook verwijzingen naar objecten, locaties en instellingen buiten de kerk, in combinatie met een stadsplattegrond.
Hedendaagse kroniek gemaakt door Karel Kindermans in ei-tempera en iPad
Ik fungeerde als overkoepelende projectleider voor het expositie-vierluik en als schakel tussen de festivalorganisatie en het deelnemersoverleg waarin de vier steden vertegenwoordigd waren.
Daarmee leverde ik een belangrijke bijdrage aan het bereiken van de drie doelstellingen van het project:
- Het brede publiek kennis laten maken met het historische verhaal van het (hertogdom) Gelre en met de verhalen van de vier kwartieren.
- Experimenteren met inhoud, vorm en vertelstructuur voor een meer permanente toekomstige presentatie over de Gelderse geschiedenis.
- Een impuls geven aan de culturele samenwerking tussen de vier voormalige hoofdsteden van Gelre, tussen de hoofdstedelijke kerken en tussen de provincies Gelderland en Limburg.
Feestelijke opening in de Eusebiuskerk
Festivaldirecteur en eindredactie
Dolly Verhoeven, Erfgoed Gelderland
Tekenaar, illustrator en vormgever
Karel Kindermans, Kindermans.nl
Ruimtelijke vormgeving
Donald Janssen, DJO Ontwerpers
Tentoonstellingsbouw
Maqutos
Film / Leporellotekst Gelre
René Arendsen, Omroep Gelderland
Vertaling voice-over film NL-DE
Gert Halmanns
Leporelloteksten kerken
Medewerkers en vrijwilligers Eusebiuskerk, Munsterkerk, Stevenskerk, Walburgiskerk
Vertaling leporelloteksten NL-DE
Kathrin Funke-Bergstra, FunkeBergstra
Met dank aan
Gemeente Arnhem, Gemeente Nijmegen, Gemeente Roermond, Gemeente Zutphen, Erfgoedcentrum Rozet, Museum Het Valkhof, Historiehuis Roermond, Musea Zutphen
Vier monumentale kerken vertellen grensverhalen tijdens erfgoedfestival
In de nacht van 21 op 22 januari 1943 ontruimt de Duitse bezetter de Joods-psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch. Bijna 1300 mensen worden op transport gesteld naar Auschwitz. Geen van hen keert terug.
In de voormalige woning van Philip Fuldauer, pedagoog van de kinder- en jeugdafdeling, is begin 2020 een herinneringscentrum geopend dat de herinnering aan de slachtoffers levend houdt.
En tevens een permanente plek wil zijn voor reflectie en dialoog over vrijheid, veiligheid en vriendschap.
Luchtfoto van het Paedagogium Achisomog, met uiterst links de woning van pedagoog-onderdirecteur Fuldauer
Op de begane grond is een expositie ingericht die het verhaal vertelt van de bloeiende instelling die Het Apeldoornsche Bosch eens was en van de ramp die zich daar in januari 1943 heeft voltrokken.
Philip Fuldauer - voormalige bewoner van de villa - is een van de zeven personen aan de hand waarvan het verhaal tot leven komt. Andere personen zijn onder meer Greta Swart, Mischa Hillesum en Pauline Vomberg.
Persoonlijke verhalen van bewoners, patiënten en personeel brengen de geschiedenis tot leven
Als projectleider was ik, in nauwe samenwerking met Peggy Osinga, verantwoordlijk voor turn key oplevering van het herinneringscentrum.
We ontwikkelden samen met het projectteam van CODA en Maarten Jan Vos het inhoudelijk concept.
We stelden de begroting en de planning op, en zorgden ervoor dat die voortdurend en nauwlettend werden bewaakt.
Ook onderhielden we de contacten met het bouwteam van ’s Heeren Loo en stuurden we gedurende de opbouw alle producenten aan.
Op de eerste verdieping wordt de geschiedenis van Het Apeldoornsche Bosch naar de actualiteit gehaald. Schoolklassen en groepen kunnen in vier kamers aan de slag met de thema's vrijheid, vriendschap, veiligheid en vluchten.
Met projecten voor en met het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, MBO en HBO is het herinneringscentrum nadrukkelijk ook een plek voor jongeren.
Verschillende werkvormen nodigen uit tot dialoog
Herinneringscentrum Apeldoornsche Bosch is een samenwerkingsproject van
Stichting Apeldoornsche Bosch, CODA en ’s Heeren Loo
Conceptontwikkeling
CODA
Cultuurproject
Osingadesign
Maarten-Jan Vos
Productie
Stichting Apeldoornsche Bosch
’s Heeren Loo
Bouwonderneming Veeneman
Loohuis Installatiegroep
Moetwil & Van Dijk
De Bie Reclame
Brummel Bouw
Raymond Oostenenk
Plaatsnamen in de boom verbinden persoonlijke verhalen met de locatie
Meestal werkt Cultuurproject in opdracht. Maar soms is een opdracht de eerste stap om een product zelf verder te ontwikkelen. Dat gebeurde met de in-company training 'tentoonstelling maken' die ik samen met Dolly Verhoeven verzorgde voor de medewerkers van de mediatheek van Hogeschool Windesheim. Zonde eigenlijk om het lesmateriaal niet breder toegankelijk te maken voor andere niet-professionele tentoonstellingsmakers. En zo geschiedde...
Van idee tot tentoonstelling helpt ‘amateur’-tentoonstellingsmakers op weg
Van idee tot tentoonstelling is een praktisch handboek voor 'amateur'-tentoonstellingsmakers. Het geeft hen een steuntje in de rug en helpt hen om gemakkelijker het gewenste resultaat te bereiken. Bovendien biedt het boek een handzaam overzicht aan iedereen die wil weten hoe het proces van tentoonstellingen maken verloopt. Stap voor stap wordt dat proces uit de doeken gedaan: van het plannenmaken en voorbereiden tot en met het evalueren en opruimen. Elke stap is voorzien van nuttige lijstjes, handige tips en verrassende voorbeeldfoto's.
Praktisch handboek met nuttige lijstjes, handige tips en verrassende voorbeeldfoto's
Bij het boek 'Van idee tot tentoonstelling' verzorgt Cultuurproject ook in-company trainingen voor groepen tot 15 deelnemers. Afhankelijk van de vraag van de instelling duurt de training één tot drie dagdelen. In elke training passeert het stappenplan uit het boek de revue en wordt veel beeldmateriaal getoond dat als inspiratie voor de betreffende instelling of tentoonstelling kan dienen. Tijdens de cursus wordt gebruikt gemaakt van verschillende werkvormen en kunnen ook praktische vaardigheden worden geoefend.
Een maquette als handig hulpmiddel voor het inrichten van een tentoonstellingszaal
Van idee tot tentoonstelling is tot stand gekomen in co-creatie met:
prof.dr. Dolly Verhoeven: historica, eigenaar van Storia en parttime hoogleraar Nijmeegse publieksgerichte geschiedenis.
Liesbeth Tonckens: directeur bedrijfsvoering van Erfgoed Gelderland met een brede ervaring op het terrein van erfgoed en tentoonstellingen.
Auke Deelstra: eigenaar van DeDoc studio. Auke ontwikkelt, ontwerpt en maakt visuele communicatiemiddelen met als specialisatie boeken.
Tinker imagineers en Donald Janssen Ontwerpers: zij stelden ruimhartig foto's uit hun beeldarchief ter beschikking.
Van links naar rechts: Dolly Verhoeven, Frederieke Jeletich-Visser en Liesbeth Tonckens
Na roerige jaren van bezuinigingen formuleerde het Stadsmuseum Harderwijk in 2013 een nieuwe museale visie en werd voortvarend met de uitwerking van dit plan gestart. Dit resulteerde in een forse verbouwing, uitbreiding en (gedeeltelijke) herinrichting. Medio 2015 slaagt het museum er steeds beter in de in het businessplan geformuleerde doelen en doelgroepen te bereiken. Tegelijkertijd bestaat de behoefte om meer grip te krijgen op de kern van het museum: de omvangrijke cultuurhistorische collectie. Daarom is Cultuurproject gevraagd een quick-scan uit te voeren en aanbevelingen te doen om de collectietaak een prominentere plaats te geven in de museale bedrijfsvoering.
Het Cultuurcafé, centrale ontmoetingsplaats in het vernieuwde museum
De collectie van het Stadsmuseum Harderwijk is in de loop van 70 jaar bijeengebracht en bestaat uit bijna 45.000 objecten, ruim 6.500 boeken en ca. 26.000 foto's. Om hier beleid voor te kunnen maken heb ik een advies uitgebracht waarin een samenvatting wordt gegeven van een aantal bestaande beleidsstukken op het gebied van de collectie en gesprekken met bestuursleden en de directie, de collectiebeheerder en de registrar. In het advies worden tevens de bevindingen uit de quick-scan toegelicht en worden negen aanbevelingen en suggesties gedaan op basis waarvan een impuls kan worden gegeven aan de museale taken met betrekking tot de collectie. Het stuk eindigt met een Plan van aanpak voor de periode 2016-2018 en volgt qua opbouw de aanbevolen indeling voor het schrijven van een collectieplan (ICN, LCM, Faro) zodat delen ervan kunnen worden gebruikt voor het collectieplan 2016-2020.
Glazen objecten uit de collectie van het Stadsmuseum Harderwijk
In 2010 vierde Museum Elburg zijn honderdste verjaardag en maakte het de balans op voor de komende 100 jaar. Het museum wilde vernieuwen. En hoe… Na de verzelfstandiging in 2008 en realisatie van een gezamenlijke huisvesting met de VVV in 2009, ontwikkelde Cultuurproject met het museum een prikkelende en ambitieuze visie, waarin zijn rol fundamenteel anders werd dan tot dan toe: Museum Elburg wordt gastheer van de vestingstad. De uniciteit van het gebouw en de ligging bij de entree van de vestingstad worden hierbij ten volle benut.
Museum Elburg wordt gastheer van de vestingstad
Museum Elburg is de belangrijkste bewaarplaats van herinneringen en objecten uit het rijke verleden van de vestingstad. Tussen de middeleeuwse muren van het voormalige klooster komt de geschiedenis weer tot leven. De vaste opstelling geeft bezoekers bovendien een bril mee om buiten de muren van het museum méér te zien dan de vesting en de kernen Doornspijk, ’t Harde, Hoge Enk en Oostendorp op het eerste gezicht prijs geven. Op verschillende manieren verwijst het museum naar buiten: door letterlijk te verwijzen naar gebouwen en plekken met verhalen die een bezoek waard zijn. Als context voor een episode uit de Elburger geschiedenis. En door naar andere musea te verwijzen die het Elburgse verhaal verdiepen en verrijken.
Het museum prikkelt zijn bezoekers om de verkenning buiten voort te zetten
Bij het advies- en veranderingstraject voor Museum Elburg werkte Cultuurproject nauw samen met Els Hoogstraat en werden veel in- en externe partijen betrokken. Er is gestart met twee inspiratiesessies waarin met bestuur, medewerkers en vrijwilligers de bouwstenen voor de toekomstvisie zijn bepaald. Op basis hiervan zijn een toekomstvisie en een plan van aanpak voor het museum geformuleerd. Daarna volgde een stakeholderssessie, waarin gemeente, VVV, lokale middenstand, leden van lokale verenigingen, bewoners, vrienden van - , en culturele instellingen bij de plannen werden betrokken. Er werd feedback gevraagd en er werd geïnventariseerd welke partijen bereid waren de samenwerking voort te zetten en te intensiveren. Op basis van deze input werd de toekomstvisie uitgewerkt tot bidboek.
‘Een byzonder maexsel’, zo noemde Prins Maurits het vestingstadje bijna een half millennium geleden. Wie nu de stad bezoekt, geeft Maurits nog steeds gelijk
De ideeën en input uit de sessies vormden de ruggengraat van het bidbook dat als wervend startpunt en inspiratiebron voor alle betrokkenen moest dienen. In het bidbook werden de ideeën rond het nieuwe museum verbeeld aan de hand van referentiebeelden, moodboards, schetsen en korte teksten. Het bevatte ook een vlekkenplan en thematische indeling voor de vaste opstelling: stad met een plan, stad van geloof, stad met recht, stad van weldoeners, stad vol bedrijvigheid en stad aan het water.
Vlekkenplan uit het bidbook dat werd gemaakt met Tinker Imagineers en Bep de Waard-Ruijs
Museum Elburg is gehuisvest in een voormalig Agnietenconvent. Tussen 1420 en 1570 leefden er vrouwelijke religieuzen volgens de regels van de derde orde van St. Franciscus. In het kader van de herinrichting besloten we tekenaar, illustrator en ontwerper Karel Kindermans te vragen om zichtbaar te maken hoe het markante gebouw oorspronkelijk werd gebruikt. De ruimtes werden daarvoor digitaal leeggehaald en schetsmatig tot leven gebracht. Het contrast tussen de fotografie en de getekende lijnen prikkelt de verbeelding van de bezoeker: hij of zij vormt zich een beeld van hoe de Agnieten er hebben geleefd.
Koorgebed in de bovenkapel, Karel Kindermans (2010)
In 2006 gaf de Stad Maaseik Donald Janssen Ontwerpers (DJO) uit Den Haag opdracht het interieur van het Regionaal Archeologisch Museum Maaseik in een nieuw jasje te steken. Hij stelde zich ten doel een visueel en technisch duurzame vaste opstelling te ontwerpen die tot de verbeelding spreekt voor bezoekers van alle leeftijden. Cultuurproject werd ingeschakeld om het inhoudelijke concept te ontwikkelen en alle museale tentoonstellingsteksten te schrijven. Daarbij werd nauw samengewerkt met Elly van der Velde, van Bureau Uit de Tijd, en Karel Buijn Vormgeving.
De aparte ruimtes van het museum worden door een 71 meter lange meanderende wand tot één geheel gesmeed. Door subtiel kleurgebruik worden de diverse thema’s en periodes onderscheiden.
In de nieuwe opstelling wordt het verhaal van de collectie chronologisch verteld in twaalf tijdblokken, van de oude steentijd via de Romeinen en de middeleeuwen tot aan de 19de eeuw. De rode draad voor het inhoudelijk concept is de relatie tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving gedurende de 10.000 jaar dat de regio Maaseik door mensen is bewoond. Hierdoor kan er ook een link gelegd worden naar de kruidentuin bij, en het apotheekmuseum naast het Regionaal Archeologisch Museum. En natuurlijk naar de Maas, die als een slagader door Maaseik loopt, en tot op de dag van vandaag bepalend is voor het leven in de stad.
Time Machine verzorgde de levensechte figuren in vier 'sceniery-opstellingen' die het leven in de steentijd, de Romeinse tijd en de middeleeuwen verbeelden
In de golvende wand die door het museum loopt zijn verschillende educatieve elementen opgenomen. Daarbij is rekening gehouden met de verschillende leeftijden en leerstijlen van de bezoekers. De wand bevat o.a. grote sfeerbeelden, passend bij de diverse tijdperken, leesteksten, informatieve filmpjes, doe-activiteiten en twintig vitrines. Speciaal voor de allerjongste bezoekers vroegen we Teun Berserik een aantal striptekeningen te maken waarin in korte verhaaltjes, zonder tekst, duidelijk wordt gemaakt hoe de voorwerpen die in de vitrines te zien zijn, vroeger werden gebruikt.
Striptekening verduidelijkt de oorspronkelijke functie van museaal object
Al geruime tijd werken Frederieke Jeletich (Cultuurproject) en Donald Janssen Ontwerpers (DJO) naar volle tevredenheid samen aan uiteenlopende museale projecten in Nederland en België, zowel in de rol van projectmanager namens opdrachtgevers als in de rol van freelance kunsthistoricus. Frederieke heeft zich steeds een uiterst aimabele, toegewijde, enthousiaste en professionele collega getoond bij het mede doen oplossen en realiseren van soms inhoudelijk complexe cultuurhistorische museale opdrachten. Het is een genoegen met haar samen te werken.
Donald Janssen Ontwerpers (DJO)
In de Atlas van Apeldoorn neemt CODA, in samenwerking met leden van het Erfgoedplatform, wijkbewoners en andere samenwerkingspartners, jaarlijks één wijk of dorp in de gemeente Apeldoorn onder de loep. Twee maal verzorgde Cultuurproject de projectleiding: in 2014 voor het dorp Loenen, en in 2015 voor de bijzondere wederopbouwwijk Kerschoten.
Het prestigieuze project Kerschoten omvatte de bouw van bijna 900 woningen, een wijkwinkelcentrum en enkele andere voorzieningen rondom een groot openbaar park
Kerschoten verrees in de periode 1958-1972 aan de noordkant van de stad, aansluitend op villawijk De Parken. De wijk werd ontworpen door architect en stedenbouwkundige David Zuiderhoek (1911-1993). Een deel van de wijk is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed benoemd als gebied van nationaal belang voor de periode 1940-1965.
Onder het motto ‘De energie van Kerschoten’ werd het 50-jarig jubileum van de wijk op verschillende manieren gevierd. Daarbij speelden het verleden, het heden én de toekomst een rol. Zowel het unieke historische karakter van deze wijk als de sociale cohesie en gezelligheid bepaalden samen het programma.
Het jubileumprogramma bevat activiteiten voor jong en oud
De belangrijkste activiteiten van het 50-jarig jubileum van Kerschoten werden opgenomen in een flyer die in een oplage van 20.000 stuks huis-aan-huis en in de wijk werd verspreid. De flyer bevatte ook een wandelkaart langs grote panelen die overal in de wijk bij historisch belangrijke punten waren geplaatst.
Activiteitenfolder en wandelkaart ineen (ontwerp: Oirik)
Kerschoten valt op door de ruimtelijke opzet met grote grasvelden, vijvers en een bijzonder assortiment heesters en bomen. Bij de bouw werd goed gedacht aan ‘het collectieve’ van het groen: de parken liepen bijna tot aan de voordeuren van de woningen en de privé tuinen achter de woningen werden mooi afgeschermd door gezamenlijk ontworpen muurtjes. Door recente ruimtelijke ontwikkelingen, veranderend gebruik en beheer staat dit groene netwerk echter onder druk: schuurtjes, schuttingen en andere afscheidingen ontsieren vaak het zicht. Als een van de jubileumactiviteiten organiseerden we daarom een wandeling door de wijk met stedenbouwkundig ontwerper Han Goudswaard. Hij vertelde de wijkbewoners over de specifieke kwaliteiten van het groen in Kerschoten en besprak de (on)mogelijkheden van het eigentijds gebruik ervan.
Han Goudswaard (ontwerper openbare ruimte van de gemeente Apeldoorn) met wijkbewoners in gesprek over eigentijds gebruik van openbaar groen
Als onderdeel van de Atlas van Apeldoorn worden er jaarlijks vier videoportretten gemaakt. Voor de editie Kerschoten verzorgde ik de content en het format. Henry Huiskamp (gemeente Apeldoorn) deed de interviews. Camera en montage waren in handen van Raymond Oostenenk.
ADO speelgoed werd in de jaren 1922-1933 gemaakt door tuberculosepatiënten van het sanatorium Berg en Bosch in Apeldoorn. Zij vervaardigden het als onderdeel van de therapie waarmee zij werden voorbereid op hun terugkeer in de maatschappij. Ontwerper van de kleurrijke autootjes, treinen en meubeltjes was Ko Verzuu (1901-1971). Met zijn ontwerpen sloot hij aan bij de strakke vormgeving van De Stijl en onderwijskundige vernieuwingen van o.a. Maria Montessori.
Detail, ambacht, beleving, harmonie en schoonheid vormen samen het vertrekpunt van de tentoonstelling
Het ontwerpprincipe van Verzuu – spelenderwijs ontdekken en de fantasie de vrije loop laten – diende als uitgangspunt voor het inhoudelijk concept van de tentoonstelling. Het ontwerp daarvoor werd gemaakt door Studio Koster Van Lienen (SKVL). Bezoekers werden uitgenodigd om in een gereconstrueerde ADO werkplaats zelf een stuk speelgoed in elkaar te zetten, kinderen konden met ‘echte’ ADO auto’s door de tentoonstelling rijden en men kon plaatsnemen in een sanatoriumstoel in het ‘bos’.
Spelenderwijs ontdekken: kinderen rijden rond in 'echte' ADO auto's
item | budget |
---|---|
MuseumVrienden van CODA | € 5.000,- |
K.F. Heinfonds | € 2.500,- |
Sponsoring in natura:
Bij het onderzoek voor de tentoonstelling maakte ik o.a. gebruik van de tentoonstellingscatalogus ADO Speelgoed Toys (Museum Boijmans Van Beuningen, 1994). Dit inhoudelijk sterke en fraai vormgegeven boek bleek een zeer gewild collectors item te zijn. Daarom nam ik het initiatief voor de vervaardiging van een facsimile. Deze werd door Thoben Offset geproduceerd.
Facsimile van de catalogus van ADO Speelgoed Toys (Museum Boijmans Van Beuningen, 1994)
Speciaal voor museumbezoekers tussen 6 en 12 jaar ontwikkelde ik met Nina Smit een kinderroute door de tentoonstelling. Uitgangspunt is het gegeven dat de inspiratie van meneer Verzuu hem in de steek laat. Toch moet hij een nieuwe auto ontwerpen. De vraag is of kinderen hem daarbij willen helpen. Om inspiratie op te doen maken ze op hun tocht door de tentoonstelling kennis met sanatorium Berg en Bosch, de inspiratiebronnen van Ko Verzuu en de werkplaats waar het ADO speelgoed gemaakt werd. Hier kunnen ze een werkschort aantrekken en zelf een auto ontwerpen.
Kinderroute langs de inspiratiebronnen van Ko Verzuu daagt uit tot eigen auto-ontwerp
ADO speelgoed werd vanaf de jaren ’20 vervaardigd in het Apeldoornse sanatorium Berg en Bosch. Om de herstellende tbc-patiënten voor te bereiden op hun terugkeer in de maatschappij ontwikkelde het sanatorium een moderne behandelmethode: arbeidstherapie. Een van de vormen hiervan was het produceren van houten speelgoed.
Geheel in de lijn van deze gedachte ligt de samenwerking die ik voor de tentoonstelling zocht met Berend Zewuster. Samen met hem, de Sociale Werkvoorziening in Ede en SKVL ontwikkelde ik een bouwpakket voor een ADO bestelauto. Alle onderdelen van het bouwpakket werden gemaakt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
De geschiedenis herhaalt zich: sociale werkplaats produceert bouwpakket ADO bestelauto
Van 1997 tot 2003 werkte ik als museummanager in het Museum voor Religieuze Kunst. Acht jaar later werd ik gevraagd om als directeur ad interim een jaar een interne reorganisatie te leiden en het museum te herpositioneren. Door mijn bekendheid met het museum en de succesvolle tentoonstelling 'Een weg van sterren' steeg het bezoekersaantal met meer dan veertig procent en werden de eigen inkomsten meer dan verdubbeld.
Het MRK is gevestigd in een vleugel van een bewoond klooster. Het presenteert een van de mooiste collecties religieuze kunst van ons land en heeft een bijzondere kruidentuin
Na in meerdere opzichten moeilijke jaren, bevond het MRK zich bij mijn aantreden in een overgangsfase: in 2010 werd een bedrijfsplan geschreven waarin een nieuwe koers werd uitgezet. Herpositionering van het MRK, ontwikkeling van samenwerking op lokaal en regionaal niveau, professionalisering van de interne organisatie en herinrichting van de vaste presentatie stonden daarin centraal. Het was mijn taak om deze plannen verder uit te werken, er draagvlak voor te creëren en ze te implementeren in de dagelijkse museale praktijk. Omdat voor 2011 een grote tentoonstelling over de bedevaart naar Santiago de Compostella op het programma stond, heb ik de uitvoering van mijn werkzaamheden hier zo veel mogelijk mee gecombineerd.
Wim van de Donk, Commissaris van de Koning in Noord-Brabant, loopt de eerste meters tijdens de opening van de tentoonstelling 'Een weg van sterren'
Het concept voor de tentoonstelling 'Een weg van sterren' werd verzorgd door Sjaak Langenberg en Rosé de Beer. Omdat een museumbezoek weinig verwantschap heeft met de fysieke opgave van een pelgrimage naar Santiago de Compostela, ontwikkelden zij interventies om van het museumbezoek ook een collectieve belevenis te maken: zo werd de afstand die bezoekers binnen het museum aflegden geregistreerd met stappentellers. Bezoekers liepen gezamenlijk virtueel naar Santiago. Op loopbanden konden extra meters worden gemaakt. In het museum en op de tentoonstellingswebsite was te zien hoe de collectieve inspanning vorderde. Met behulp van de vrijwilligers onderging het entreegebied van het museum een ware metamorfose: de museumbalie werd ingericht als stempelpost. En in de garderobe van het museum vermengde de mentale bagage van de pelgrims zich met de bagage van museumbezoekers door monumentale foto's tussen de garderobekluisjes op te hangen.
Stappentellers registreren de afstand die museumbezoekers afleggen: samen lopen zij virtueel naar Santiago
Op verzoek van het MRK werd de route van de Avondvierdaagsen 2011 zó aangepast dat ze langs het museum liep. Kinderen werden begroet door de heilige Jacobus, ontvingen een Jacobs(lik)schelp en een kaart waarmee zij op later moment - samen met een ouder - gratis het museum konden bezoeken.
Sint Jacobus in gesprek met deelnemers aan de Avondvierdaagsen
Het MRK wordt gerund door een kleine staf en een grote schare vrijwilligers. Een van mijn taken was om de interne organisatie zó in te richten dat zij samen zorgen voor een gastvrije ontvangst van bezoekers in een informele sfeer die past bij de aard en ligging van het museum. Bij mijn afscheid verwoordde de coördinator van de vrijwilligers het als volgt: "Het was een genoegen met jou te mogen samenwerken. Er ging een frisse wind door het museum en dat was broodnodig. Jouw voorganger had al enige paden voor je gebaand. En jij hebt dat verder uitgebouwd. De sfeer in het museum ging met reuzenstappen vooruit. Jij nam het management serieus en zeer voortvarend ter hand. Afspraken werden nagekomen en planningen werden uitgevoerd. Jij vormde het museum om tot een goedlopend bedrijf. Chapeau voor jou!"
Bestuur, medewerkers en vrijwilligers van het MRK
De laatste keer dat ik met Frederieke samenwerkte, was in 2011, het jaar dat zij als interimdirecteur aan het Museum voor Religieuze Kunst te Uden verbonden was. In mijn herinnering hebben wij één keer vergaderd, en wel op de dag dat zij haar werkzaamheden opnam. Ongetwijfeld is dit niet waar en wordt mijn geheugen gekleurd door mijn aversie tegen de vergadercultus, vermengd met de plezierige herinneringen aan de samenwerking met Frederieke. Zeker is dat deze samenwerking zo goed verliep, omdat er weinig woorden voor nodig waren. Waar Frederieke een projectleider is, actief op vele plaatsen, betrokken bij een scala aan uiteenlopende onderwerpen, ben ik een conservator, verbonden aan één locatie, gespecialiseerd in een select aantal onderwerpen. De kracht van Frederieke ligt in de combinatie van een inmiddels brede ervaring met het organiseren van projecten en leidinggeven. Dit is binnen de museumwereld geen gewone combinatie. Een project van A tot Z van de grond trekken is niet hetzelfde als een organisatie van A tot Z aansturen. Dat moet je kunnen, daar moet je de mensen in meekrijgen. En dat laatste is zonder twijfel Frederieks grootste kracht. Door haar manier van optreden weet zij velen te binden, te enthousiasmeren. Binnen een milieu met zovele eigenaardige conservatoren een ware prestatie.
Wouter Prins, conservator Museum voor Religieuze Kunst
Bijna alle projecten waar ik aan werk beginnen met het ontwikkelen van een sterk concept: een uitgewerkt, onderscheidend kernidee, waarmee de project- of organisatiedoelstellingen op een slimme manier worden bereikt.
Dat gebeurt niet alleen door te denken en te praten, maar vaak ook door te doen. Met kennis van zaken en een flinke dosis enthousiasme ben ik in staat daarbij de kar te trekken en inhoudelijk en financieel draagvlak te creëren.
Terwijl mijn achtergrond als kunsthistoricus zorgt voor inhoudelijke kennis, wordt mijn zakelijke aanpak gedreven door mijn jarenlange ervaring als leidinggevende. Door deze combinatie ben ik als interim-manager in staat om in korte tijd de juiste vragen te stellen en de juiste oplossingen te bieden.
Mijn stijl van leidinggeven is open, enthousiasmerend en betrokken. Tegelijkertijd bewaar ik (nood)zakelijke afstand en overzie ik het grote geheel, zonder daarbij de details uit het oog te verliezen.
Als adviseur heb ik de ambitie culturele organisaties en overheden verder te brengen. Dat doe ik door een adviesvraag eerst grondig te analyseren met de opdrachtgever. Vaak weet een instelling wel waar hij naartoe wil, maar niet hoe daar te komen.
Dan wijs ik de weg, zoek ik de juiste partners en faciliteer ik het proces. Zodat als een opdracht is afgerond, de situatie beter is dan toen ik kwam.
Een bidbook is een uitgewerkt projectvoorstel met slechts één doel: het realiseren van een project. Het moet werken als een feest dat niemand wil missen. En als uitnodiging voor potentiële financiers en andere betrokken partijen om mee te doen. Een bidbook biedt een goed evenwicht tussen bevlogenheid en onderbouwde (financiële) argumenten.
Ik werk met plezier aan bidbooks die het vertrouwen wekken dat organisaties in staat zijn hun project te realiseren, maar ook laten zien dat zij vernieuwend durven te denken.
Om een idee werkelijk te kunnen omzetten naar eindresultaat is fondsenwerving vaak onvermijdelijk. Wanneer ik zelf betrokken ben bij de ontwikkeling en uitvoering van een inhoudelijk sterk project, ben ik uiterst bedreven dat te realiseren en tot een succes te maken.
Behalve fondsenwerving heb ik ook ruime ervaring met het aanboren van andere financieringsbronnen als sponsoring, sponsoring in natura, crowdfunding en het vergroten van de eigen inkomsten.
Ik werk graag aan on- en offline publicaties. Of het nu gaat om een wervende publieksfolder of een tentoonstellingscatalogus, een website of een kijkwijzer: ik neem graag het voortouw bij het schrijven en/of samenstellen ervan.
Kunst en erfgoed toegankelijk maken voor publiek kan op oneindig veel manieren. Voor mij is het de uitdaging om voor elk afzonderlijk project de beste vorm te vinden om de inhoud te vertalen naar het publiek. Zó dat het product aansluit bij de inhoud van het project en elke bezoeker uitdaagt om op zijn eigen niveau te leren, te ontdekken en te genieten.
Cultuurproject is een eenmanszaak, maar werkt nooit alleen. Zie het dus eerder als een netwerkorganisatie waarbij in nauw overleg met de opdrachtgever de juiste mensen voor de vraag bij elkaar worden gezocht. Daarbij kan geput worden uit een breed scala van creatieven, inhoudelijke en zakelijke experts uit mijn netwerk.
Soms zeggen woorden van anderen meer dan die van jezelf...
cultuurproject
acec studio 1.03
roggestraat 44
7311 cd apeldoorn
post@cultuurproject.nl (voorkeur)
+31 6 21 63 20 67
IBAN NL 75 ABNA 0438 1907 93
BTWID NL 001963010 B78
KVK 08142425
Cultuurproject is gevestigd in het ACEC gebouw en maakt deel uit van Cultuurkwartier Apeldoorn.